Informatie, Werking, Tekort, Dosering, Bijwerkingen
Vitamine K is een vetoplosbaar vitamine dat vooral een cruciale rol speelt bij de vorming van de stollingsfactoren. Eveneens is de vitalstof betrokken bij de botstofwisseling en reguleert het de celgroei. Een tekort aan vitamine K kan onder andere leiden tot een verhoogde bloedingsneiging. Hoewel het lichaam in zekere mate het vitamine zelf kan aanmaken, is een inname via voeding en/of voedingssupplementen voor de dekking van de behoefte echter onmisbaar.
Vitamine K is eigenlijk niet slechts één enkel vitamine. Je zou eerder van de K-vitaminen moeten spreken, want naast vitamine K1 en vitamine K2 behoren ook het synthetisch geproduceerde vitamine K3 tot de belangrijke vitalstoffen met vitamine K-werking.
Het K in de naam van de K-vitaminen staat voor coagulatie. Coagulatie wordt in de geneeskunde aangeduid als de stolling van bloed. Hieruit blijkt welke belangrijke rol vitamine K speelt bij de bloedstolling. Net als vitamine E, D en A behoren de K-vitaminen ook tot de in vet oplosbare vitaminen.
Ontdekker van de voedingsstof is de Deense wetenschapper Carl Peter Henrik Dam. Hij deed in de jaren 1920 onderzoek naar de cholesterolsyntese bij kuikens en gaf de dieren daarvoor een cholesterineloze voeding. Na ongeveer 2 weken merkte hij op dat de proefdieren in de spieren, de huid en ook in andere organen bloedingen vertoonden.
Omdat hij een tekort aan andere vitamines kon uitsluiten, concludeerde hij uit deze waarnemingen dat een tekort aan een tot dan toe onbekende stof deze bloedingen moet hebben veroorzaakt. Deze stof noemde hij vitamine K.
Na veel voedingspogingen erkende Dam dat vitamine K een essentieel en vetoplosbaar vitamine is. De opheldering van de chemische structuur vond plaats eind jaren 30 aan de Universiteit van Berkeley in Californië. Voor de ontdekking van het vitamine ontvingen Henrik Dam en Edward Adelbert Doisy, die de structuur ophelderde, gezamenlijk de Nobelprijs voor Geneeskunde.
Ook al wordt er vaak alleen over vitamine K gesproken, het gaat om een hele vitaminegroep. Er zijn meer dan 100 verbindingen bekend die een vitamine K-werking vertonen. Voor het menselijk lichaam zijn echter slechts 3 van deze stoffen van belang.
Terwijl vitamine K1 en K2 tot de van nature voorkomende vitamines behoren, is vitamine K3 een synthetisch geproduceerde stof.
Dit vitamine wordt ook wel fytomenadion genoemd. Het is vooral een bestanddeel van de zogenaamde chloroplasten, die in groene planten voorkomen. Bij planten is fytomenadion betrokken bij de fotosynthese, bij de mens gebruikt het lichaam het vitamine voor de productie van stollingsfactoren in de lever.
Een andere benaming voor vitamine K2 is menachinon. Ongeveer de helft van de behoefte aan vitamine K wordt bij een gezonde mens geleverd door de productie van vitamine K2 door de bacteriën van de menselijke darmflora, bijvoorbeeld door Escherichia coli of Bacteroides fragilis. Maar ook gefermenteerde voedingsmiddelen zoals natto bevatten vitamine K2.
Evenals vitamine K1 heeft het lichaam ook vitamine K2 nodig voor een goede bloedstolling. De stof fungeert bovendien als cofactor in de botstofwisseling en lijkt een rol te spelen bij de preventie van vaatverkalkaing (atherosclerose).
Vitamin K3, ook wel Menadion genoemd, is geen van nature voorkomende stof. De kunstmatige vitamine wordt verkregen door een oxidatieproces van 2-methylnafthaleen met salpeterzuur of chroomzuur.
Vroeger werd Menadion in zijn wateroplosbare vorm in de geneeskunde gebruikt. Vanwege de toxische werking wordt de synthetische vitamine echter tegenwoordig niet meer gebruikt. Menadion kan de functie van Glutathion verstoren en daardoor de celwanden beschadigen. Aangezien Menadion daarom niet meer voor medisch gebruik is goedgekeurd, gebeurt de behandeling van een vitamine K-tekort doorgaans door supplementatie met Fyllochinon (vitamine K1).
Er zijn veel voedingsmiddelen die vitamine K bevatten. Dit vitamine komt vooral voor in groene groenten. Groene koolsoorten zoals spruitjes of boerenkool bevatten bijvoorbeeld relatief veel vitamine K. Het is belangrijk om te weten dat dit vitamine K1 betreft.
Het lichaam kan vitamine K2 eigenlijk beter opnemen. Deze vitaminevorm komt echter maar in een paar voedingsmiddelen in noemenswaardige hoeveelheden voor. Naast vlees en eieren behoren ook zuivelproducten daartoe. Een bijzonder hoog gehalte aan vitamine K2 heeft Natto. Natto is een Japans traditioneel product dat gemaakt wordt van gefermenteerde sojabonen.
Het is belangrijk op te merken dat niet alle vitamine K uit de voeding kan worden opgenomen. De absorptiesnelheid hangt ook af van de toestand van de darmen. Daarnaast moeten kookverliezen van tot 50 procent in aanmerking worden genomen.
Fruit en Groenten
Vlees en Vis
Melk, Melkproducten en Eieren
Vitamine K2 wordt geproduceerd door bacteriën in de darmen. Dit omvat naast verschillende stammen van Escherichia coli ook bacteriën uit de groep Bacteroides fragilis. Hoeveel en of er voldoende vitamine K in de darmen wordt geproduceerd, hangt dus vooral af van een gezonde darmflora. Bij een dysbiose met een tekort aan vitamineproducerende bacteriën kan snel een vitaminegebrek ontstaan.
Zowel het vitamine K uit de voeding als het K2 uit de darm komen via de darmwand en de poortader in de lever. Daar worden de inactieve voorlopers van de levensbelangrijke stollingsfactoren met behulp van de vitalstof omgezet in hun actieve vorm.
De belangrijkste taak van vitamine K in het menselijk lichaam is de bloedstolling. Zonder deze vitamine kan het lichaam geen actieve stollingsfactoren aanmaken. Zonder stollingsfactoren zouden we bij verwondingen binnen korte tijd kunnen doodbloeden.
Maar niet alleen de functie van de stollingsfactoren is afhankelijk van een voldoende vitamine K-spiegel. Ook het eiwit osteocalcine, dat de mineralisatie van de botten reguleert, is afhankelijk van deze vitamine.
Vitamin K heeft verdere belangrijke effecten en functies in het lichaam:
Bij de K-vitaminen wordt in wezen onderscheid gemaakt tussen vitamine K1, vitamine K2 en vitamine K3. Deze variëren in hun chemische structuur en hebben deels ook verschillende effecten.
Wat betreft de fijne structuur kunnen zowel bij vitamine K1 als bij vitamine K2 verdere differentiëringen worden gemaakt. De meest gebruikte vormen zijn:
De variant MK9 is nog maar weinig onderzocht en is uitsluitend in de VS goedgekeurd als voedingssupplement. Vitamine K MK4 is alleen in hoge dosering effectief, zodat alleen de vorm MK7 therapeutisch interessant is. Hier is echter voorzichtigheid geboden, want niet alle varianten van de vorm MK7 kunnen door het lichaam worden opgenomen.
Vitamine K2 MK7 wordt momenteel beschouwd als de vorm van het vitamine met de hoogste biologische beschikbaarheid. Dit geldt echter alleen voor MK7 all-trans en niet voor MK7 cis. Chemisch gezien zijn beide vormen identiek, ze verschillen alleen door een kleine geometrische moleculaire structuur.
Om hun werking volledig te kunnen ontplooien, moeten de vitamine-moleculen aan de celwand hechten. Terwijl de receptor aan de celwand en het vitamine K2 MK7 all-trans als sleutel en slot in elkaar passen, kan de cis-vorm moeilijker hechten.
Een voedingssupplement dat effectief bijdraagt aan de voorziening van vitamine K, zou idealiter weinig tot geen cis-aandeel moeten hebben.
De exacte behoefte aan vitamine K is nog steeds niet volledig bekend. Er wordt aangenomen dat het lichaam dagelijks ongeveer 1 microgram vitamine K per kilogram lichaamsgewicht nodig heeft. Dit betekent dat de dagelijkse behoefte gemiddeld 80 microgram bedraagt.
Neuere studies gaan er echter vanuit dat dit niet voldoende is. De bovenstaande berekeningen zijn gebaseerd op de (verouderde) aanname dat vitamine K uitsluitend belangrijk is voor de bloedstolling. Rekening houdend met alle taken wordt de behoefte door veel wetenschappers aanzienlijk hoger ingeschat. De optimale geschatte behoefte ligt dus tussen de 150 en 200 microgram per dag.
De Duitse Vereniging voor Voeding (DGE) blijft met haar aanbevelingen duidelijk onder deze hoeveelheid. Ze raadt aan (in microgram per dag):
Vitamine K is in veel voedingsmiddelen aanwezig, zodat bij een evenwichtige voeding de behoefte eigenlijk gedekt zou moeten zijn. Maar verschillende factoren kunnen de hoeveelheid in de voedingsmiddelen en de opname van vitamine beïnvloeden en een supplement nodig maken.
Aan de ene kant verliezen fruit en groenten bij langere opslag vitalstoffen. Ook tijdens het koken wordt een deel van de vitamines vernietigd. Om vitamine K op te kunnen nemen, moet de darm intact zijn. Stoornissen in het microbioom, dus in de darmflora, kunnen de opname beïnvloeden. Zelfs bij voldoende inname kan de daadwerkelijk opgenomen hoeveelheid te laag zijn.
Een niet onbelangrijk deel van de vitamine K-behoefte wordt bovendien gedekt door de productie van vitamine K door darmbacteriën. Als er te weinig van deze vitamineproducerende bacteriën aanwezig zijn, kan er een tekort ontstaan dat niet door de voeding kan worden gecompenseerd.
Verschillende andere factoren kunnen de ontwikkeling van een tekort bevorderen. Deze omvatten:
Vitamine K is betrokken bij de vorming van verschillende stollingsfactoren in de lever. Dit omvat naast factor II ook factor VII en de eiwitten C, S en Z. Bij een tekort aan vitamine K worden deze stollingsfactoren slechts in onvoldoende mate geproduceerd.
Uiteindelijk leidt dit tot een verlengde bloedstollingstijd en daarmee samenhangend tot bloedverlies, wondgenezingstoornissen, bloedarmoede en een verhoogde vorming van blauwe plekken (hematomen) zelfs bij kleine verwondingen.
Daarnaast heeft vitamine K ook een functie in de calciumstofwisseling en werkt het de verkalking van weefsels en botten tegen. Een tekort aan vitamine K bevordert daarom de ontwikkeling van de volgende ziekten:
Een tekort aan vitamine K kan ervoor zorgen dat het hormoon insuline niet meer zijn werking kan uitoefenen op de lichaamscellen. Bij deze zogenaamde insulineresistentie blijft er te veel suiker in het bloed. Insulineresistentie is de belangrijkste oorzaak van de ontwikkeling van de stofwisselingsziekte diabetes mellitus type 2.
Tijdens de zwangerschap wordt er nauwelijks vitamine K via de placenta van de moeder op het kind overgedragen. Hierdoor worden baby's geboren met een zeer lage bloedspiegel van vitamine K. Ook in de moedermelk zijn er, met uitzondering van het colostrum, nauwelijks noemenswaardige hoeveelheden vitamine K te vinden. Kunstmatige zuigelingenvoeding is daarentegen verrijkt met vitamine K.
Om verstoringen van de bloedstolling bij pasgeborenen en daarmee samenhangende levensbedreigende bloedingen te voorkomen, wordt de kinderen kort na de geboorte vitamine K geïnjecteerd of oraal toegediend. De dosis bedraagt hier 3 keer 2 milligram. Niet alle experts beschouwen deze hoge eenmalige doses echter als aanbevelenswaardig.
Een alternatief is de continue en lager gedoseerde toediening van 25 tot 50 microgram vitamine K over een periode van 12 weken. Deze profylaxe kan ook worden aangevuld met een eenmalige, iets hoger gedoseerde toediening van 1 tot 2 milligram direct na de geboorte.
Of het gehalte aan vitamine K in de moedermelk kan worden verhoogd door suppletie van vitamine K is momenteel omstreden. Terwijl Saga et al. in hun studie uit 1989 goede resultaten behaalden met de toediening van het vitamine, konden Pietschnig et al. deze resultaten niet bevestigen. Verdere onderzoekswerkzaamheden zouden hier wenselijk zijn.
De bloedstolling (hemostase) is een levensbelangrijk proces waarbij bloedingen, veroorzaakt door verwondingen, worden gestopt. Dit voorkomt dat er te veel bloed uit de circulatie ontsnapt en er een levensbedreigende shock ontstaat. Bovendien is de bloedstolling een belangrijke voorwaarde voor de wondgenezing.
De bloedstolling kan in twee processen worden verdeeld. Bij de primaire hemostase hechten bloedplaatjes (trombocyten) zich aan de wandcellen van het beschadigde bloedvat en trekken samen. Verdere bloedplaatjes hechten zich aan elkaar, plakken aan elkaar en zorgen zo voor een eerste voorlopige afsluiting van de wond.
Bij de secundaire hemostase versterken fibrinedraden deze afsluiting. Hiervoor moeten de stollingsfactoren, die in het bloedplasma aanwezig zijn, geactiveerd worden. Vitamine K speelt dus vooral een rol bij deze secundaire bloedstolling.
In het kader van de secundaire hemostase ontstaat er een netwerk van fibrine, waarin naast bloedplaatjes ook rode bloedcellen aanwezig zijn. Om deze rode trombus, die de wond veilig afsluit, te kunnen vormen, moet er een stollingscascade op gang worden gebracht. Door proteolytische splitsing worden de eerste stollingsfactoren in het bloed geactiveerd.
Deze geactiveerde stollingsfactoren activeren op hun beurt andere factoren, waardoor een zichzelf versterkend proces ontstaat, een zogenaamde stollingscascade. Als er in deze cascade storingen optreden, werkt de bloedstolling niet of slechts onvoldoende.
Met behulp van vitamine K kan het lichaam de stollingsfactoren II, VIII, IX en X omzetten in een actieve vorm. Bij een tekort aan vitamine K kunnen de stollingsfactoren dus niet in voldoende mate worden geactiveerd, waardoor de cascade tot stilstand komt.
Daarnaast is vitamine K ook betrokken bij de productie van de eiwitten C en S. Deze worden in de lever gesynthetiseerd en fungeren als stollingsremmers. Vitamine K is dus niet alleen een onderdeel van de bloedstolling, maar speelt ook een belangrijke rol bij de regulatie van de bloedstolling.
Over de invloed van vitamine K kan dus ingegrepen worden in de bloedstolling. Hiervoor worden vooral coumarinederivaten zoals warfarine gebruikt. Deze remmen de activatie van de stollingsfactoren II, VII, IX en X door het vitamine. Men noemt ze daarom ook wel vitamine K-antagonisten.
Cumarine-derivaten worden gebruikt voor de remming van de bloedstolling en ter preventie van de vorming van bloedstolsels en embolieën. Tot de indicaties behoort vooral de chronische atriumfibrillatie. Ook bij hartklepvervanging schrijft de arts cumarine-derivaten voor om de trombosevorming en het daarmee samenhangende verhoogde risico op een beroerte te verlagen.
Als gevolg van de inname kunnen zelfs bij kleinere bagatellverwondingen relatief grote hematomen ontstaan. Ook bloedingen in verschillende orgaansystemen zijn mogelijk. Een overdosis kan daarom leiden tot levensbedreigende bloedingen.
Bij een therapie met cumarine-derivaten is de inname van vitamine K absoluut contra-indicated. Zelfs kleine hoeveelheden van 1 tot 2 milligram kunnen de werking van de vitamine K-antagonisten opheffen. Aan de andere kant kan men gebruikmaken van dit mechanisme wanneer bijvoorbeeld, vanwege een aanstaande operatie, de bloedingsneiging bij patiënten die cumarine-derivaten gebruiken, verlaagd moet worden.
Het vitamine K dat met de voeding wordt opgenomen, komt via een actief transport en diffusie in het darmweefsel. Van daaruit wordt het naar de lever getransporteerd. Deze kan vitamine K gedurende een periode van 14 dagen opslaan.
Voordat vitamine K in het organisme effectief kan worden, moet het eerst geactiveerd worden. Dit gebeurt in een bepaald deel van de cel, het zogenaamde endoplasmatisch reticulum. Hier wordt vitamine K uit de voeding omgezet in de actieve vorm vitamine-K-hydrochinon.
Omgekeerd is echter ook een omzetting van de actieve naar de niet-actieve vitaminevorm mogelijk. In de vitamine K-cyclus, ook wel de vitamine K-stofwisseling genoemd, kan de vitamine dus tussen zijn twee vormen wisselen.
Bepaalde medicijnen kunnen ingrijpen in deze vitamine K-cyclus en de omzetting naar de actieve vorm belemmeren. Dit omvat bijvoorbeeld de anticoagulantia Warfarin en Marcumar. Maar ook sommige antibiotica verstoren de stofwisseling. Hierdoor kunnen er ondanks voldoende inname tekens van een tekort optreden.
Lange tijd ging men ervan uit dat vitamine K slechts een rol speelt bij de bloedstolling. Inmiddels is echter duidelijk dat de taken en functies van deze vitale stof verder gaan. Naast de bloedstolling is de vitamine ook betrokken bij de botstofwisseling. In het bijzonder is vitamine K2 relevant voor de gezondheid van het skelet en de gewrichten.
Het vitamine fungeert als co-factor bij de activatie van bepaalde eiwitten. Daaronder valt naast osteocalcine ook het matrix-Gla-eiwit.
Het peptidhormoon osteocalcine wordt in het bot gevormd en bindt calcium en hydroxylapatiet. Het is daarmee een belangrijke marker voor botvorming en draagt bij aan de stabiliteit van de botten. Het matrix-Gla-eiwit voorkomt de verkalking van kraakbeenweefsel en vaatwanden.
Vitamin K2 draagt er dus aan bij dat calcium uit de voeding in de botten en niet in de gewrichten of aderen wordt opgeslagen. Hierdoor heeft de voedingsstof niet alleen een positieve invloed op de bot- en gewrichtsgezondheid, maar beschermt ook het hart- en vaatstelsel.
Bij osteoporose, in de volksmond ook wel bekend als botontkalking, verliezen de botten aan stevigheid en worden ze broos. Dit leidt tot een toename van botbreuken zonder duidelijke oorzaak. Vooral vrouwen na de overgang zijn vaak getroffen door osteoporose vanwege de hormonale veranderingen.
Hoewel de toediening van vitamine K in Duitsland bij osteoporose nog niet wijdverspreid is, behoort suppletie in andere landen zoals Japan al tot de standaardmedicatie. Verschillende wetenschappelijke studies suggereren dat vooral de combinatie van vitamine D en vitamine K de botgezondheid en de botstabiliteit kan verbeteren.
Calcium en vitamine D worden ook in Nederland vaak voorgeschreven bij osteoporose. Verschillende wetenschappelijke studies tonen echter aan dat de inname van calcium en vitamine D het risico op botbreuken kan verminderen, maar tegelijkertijd het risico op arteriosclerose verhoogt. Hier komt vitamine K in beeld, omdat het de afzettingen in de bloedvaten tegengaat en de opname van calcium in de botten bevordert.
Meerdere studies tonen aan dat de gelijktijdige inname van vitamine D, calcium en vitamine K het risico op botbreuken kan verlagen, zonder dat het risico op verharding van de bloedvaten toeneemt.
Vitamin K-abhankelijke eiwitten zoals het matrix-Gla-eiwit komen niet alleen voor in de botten, maar ook in het kraakbeen. Een onvoldoende activatie van deze eiwitten lijkt een negatieve invloed te hebben op de toestand van het kraakbeen en daarmee ook op de gezondheid van de gewrichten.
Er blijkt uit verschillende studies een duidelijk verband te bestaan tussen de vitamine K-status en het optreden van gewrichtsaandoeningen. Deelnemers aan een klinische studie met een lage vitamine K-spiegel in het plasma leden bijvoorbeeld significant vaker aan kraakbeen- en meniscusbeschadigingen in de knie in vergelijking met deelnemers met een voldoende hoge vitamine K-spiegel.
De reumatoïde artritis is een aandoening van de reumatische vormengroep. De aandoening, die ook wel chronische polyartritis wordt genoemd, gaat gepaard met gewrichtspijn en gewrichtszwellingen.
Japanse wetenschappers onderzochten de invloed van vitamine K2 MK4 op de verspreiding van synoviale fibroblasten bij ratten. Deze geactiveerde synoviale fibroblasten zijn grotendeels verantwoordelijk voor de kraakbeenafbrekende processen bij reumatoïde artritis.
In dierproeven remde vitamine K2 de activiteit en verspreiding van deze synoviale fibroblasten. Dit suggereert dat de voedingsstof, na verder onderzoek, mogelijk gebruikt kan worden in de behandeling van reumatoïde artritis.
De vaatverkalking, in de geneeskunde ook wel atherosclerose genoemd, is een van de belangrijkste oorzaken van hartinfarct, beroerte en andere doorbloedingsstoornissen. Bij deze aandoening ontstaan er in de vaatwanden van de slagaders afzettingen en verkalkingen. Deze zogenaamde plaques zorgen ervoor dat de eigenlijk zeer elastische vaatwand niet alleen dikker, maar ook stijver wordt.
Als gevolg hiervan kan het bloed niet meer goed door de aangetaste bloedvaten stromen. Dit leidt tot doorbloedingstoornissen. Verder bestaat het risico dat er een bloedstolsel (trombus) ontstaat, dat het vat volledig afsluit. Een dergelijke afsluiting van de bloedvaten in de kransslagaders leidt tot een hartinfarct. Als bloedvaten in de hersenen zich afsluiten, spreekt men van een beroerte.
Tot de belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling van atherosclerose behoren:
De plaques in de bloedvaten bestaan voornamelijk uit cholesterol en calcium. Via de activatie van het matrix-Gla-eiwit kan vitamine K2 de afzetting van calcium in de vaten tegengaan.
In een grote studie, gepubliceerd in 2009 in het vakblad Atherosclerosis, werd een duidelijk verband aangetoond tussen vitamine K en atherosclerose. Hoe meer vitamine K2 de proefpersonen innamen, hoe geringer hun aderverkalking was. Tussen vitamine K1 en atherosclerose vonden de onderzoekers daarentegen geen verband.
De Rotterdam-Herz-Studie onderzocht ook de relatie tussen vitamine K en de vaatgezondheid. Hiervoor werden meer dan 4000 deelnemers aan de studie gedurende een periode van gemiddeld 10 jaar gevolgd. De deelnemers die relatief veel vitamine K2 via de voeding binnenkregen, vertoonden een lager risico op hart- en vaatziekten dan de deelnemers aan de studie die relatief weinig vitamine K consumeerden.
De aorta (hoofdslagader) vertoonde minder verkalkingen en ook de totale sterfte was lager. De onderzoekers concludeerden na deze langetermijnstudie dat vitamine K2 een belangrijke rol speelt bij de preventie van atherosclerose en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.
Vitamin K is niet alleen geschikt voor de preventie van aderverkalking. Ook bij reeds bestaande plaques in de bloedvaten lijkt de vitale stof invloed te hebben. In een dierstudie gaven de wetenschappers ratten de bloedverdunner Warfarin en induceerden zo een vaatverkalking.
Een deel van de ratten kreeg vervolgens voeding die rijk was aan vitamine K2, terwijl de andere ratten normaal werden gevoed. In vergelijking met de controlegroep vertoonden de ratten uit de K2-groep na 6 weken 50 procent minder verkalkingen.
Bij de stofwisselingsziekte diabetes mellitus (suikerziekte) is het bloedsuikerniveau blijvend pathologisch verhoogd. Bij diabetes mellitus type 1 ligt een absoluut insulinetekort ten grondslag, terwijl diabetes type 2 gebaseerd is op insulineresistentie.
Het hormoon insuline wordt in de alvleesklier aangemaakt en zorgt ervoor dat de suiker uit het bloed in de cellen terechtkomt. Wanneer er nu - als gevolg van een onevenwichtige voeding of gebrek aan beweging - sterke schommelingen in de bloedsuikerspiegel optreden en daarmee ook een verhoogde insulineafgifte, worden de cellen resistent.
De alvleesklier blijft insuline uitscheiden, maar de cellen reageren hier niet meer op. Als gevolg daarvan blijft de suiker in het bloed en komt niet in de cellen. De abnormaal verhoogde suikerwaarden in het bloed leiden tot de volgende symptomen:
Langdurig raken ook de bloedvaten en zenuwen beschadigd. De patiënten lijden aan een verstoord pijngevoel, hebben abnormale gewaarwordingen of spijsverteringsproblemen. De hersenen, het hart en andere organen worden niet meer voldoende van zuurstof voorzien, het risico op levensbedreigende aandoeningen zoals een hartaanval of een beroerte neemt aanzienlijk toe.
Gezien deze drastische gevolgen is het belangrijk om het diabetesrisico bij risicopatiënten te verlagen. Vitamine K2 kan bijdragen aan deze preventie. Studies tonen aan dat de vitamine de insuline- en glucosestofwisseling kan verbeteren. Dit preventieve effect berust vermoedelijk op de activatie van de eiwitten osteocalcine en MGP (matrix-Gla-eiwit).
Osteocalcine speelt niet alleen een rol bij de gezondheid van de botten, het stimuleert ook direct de productie van insuline in de Langerhans-eilanden van de alvleesklier. Verder bevordert het de afgifte van adiponectine. Dit peptidehormoon, dat in de vetcellen wordt aangemaakt, versterkt de werking van insuline. Een tekort aan adiponectine verhoogt het risico op diabetes. Vitamine K kan zo de insulinegevoeligheid verhogen en een insulineresistentie tegengaan.
De totaliteit van alle in de darmen levende micro-organismen wordt de darmflora of het microbiome genoemd. Bij een gezonde volwassene bevolken ongeveer 100 biljoen bacteriën van 200 tot 300 verschillende soorten het spijsverteringsorgaan. Tot deze bacteriestammen behoren bijvoorbeeld Firmicutes, Bacteroidetes of Proteobacteria.
Deze bacteriën spelen niet alleen een rol voor de darmgezondheid. Ze:
Men spreekt van een dysbiose wanneer de darmflora uit balans is. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn een onevenwichtige voeding en het gebruik van antibiotica. Als gevolg daarvan verspreiden schadelijke bacteriën zich en verdringen ze de gewenste bacteriën. Dit leidt tot rottingsprocessen in de darmen, waardoor voedsel niet meer adequaat wordt verwerkt en er daardoor een tekort aan belangrijke voedingsstoffen ontstaat.
Een dysbiose heeft op twee manieren een negatieve invloed op de voorziening van vitamine K. Enerzijds kan vitamine K uit de voeding bij een onbalans in de darmen niet meer zo goed worden opgenomen. Anderzijds ontbreken de bacteriën die vitamine K produceren.
Wie onder een dysbiose lijdt, zou dus een suppletie van vitamine K moeten overwegen. De volgende symptomen wijzen op een onevenwicht in de darmen:
Elk jaar worden in Duitsland ongeveer 500.000 mensen nieuw gediagnosticeerd met kanker. De meest voorkomende vormen van kanker zijn prostaatkanker, darmkanker en borstkanker. In 2014 was één op de vier sterfgevallen het gevolg van een kankeraandoening, de trend is stijgend.
De exacte oorzaak van veel kankersoorten is nog onbekend. Recent onderzoek suggereert echter dat de ontwikkeling van kanker in veel gevallen wordt bevorderd door een ongezonde levensstijl. Naar schatting is 30 procent van alle kankergevallen te wijten aan een slechte voeding. Bij kankers van het maag- en darmkanaal ligt dit percentage zelfs op 70 procent.
Steeds meer onderzoekswerk richt zich daarom op de relatie tussen vitamines en kanker. Ook vitamine K lijkt een rol te spelen bij de preventie van kankeraandoeningen. De resultaten van de EPIC-studie wijzen erop dat vitamine K mogelijk kan beschermen tegen kanker.
Meer dan 20.000 mensen tussen de 35 en 64 jaar namen deel aan de studie. Ze werden sinds 1994 regelmatig onderzocht en geobserveerd met betrekking tot de kankerincidentie en de kankermortaliteit. Met behulp van vragenlijsten schatten de onderzoekers ook de inname van vitamine K via de voeding in.
Tussen de inname van vitamine K2 en de kankerincidentie, dus de frequentie van kankergevallen in de groep van deelnemers aan de studie, werd een inverse correlatie waargenomen: proefpersonen die meer vitamine K2 innamen, kregen minder vaak kanker. Deze relatie was sterker bij mannen dan bij vrouwen en had vooral betrekking op prostaat- en longkanker.
Als voedingssupplement kan vitamine K tekortkomingen voorkomen en hiertegen werken. Bij het kiezen van de juiste preparaten zijn er echter enkele punten om rekening mee te houden.
Vitamine K1 en K2 verschillen in hun werking. Terwijl vitamine K1 vooral zijn werking ontplooit bij de bloedstolling, speelt vitamine K2 een rol bij de gezondheid van botten, gewrichten en bloedvaten. Ook bij de preventie van kanker en stofwisselingsziekten zoals diabetes mellitus komt vooral vitamine K2 in beeld. Wie zijn botten wil versterken, zou bijvoorbeeld vitamine K2 moeten aanvullen.
Bij de aankoop van voedingssupplementen moet erop gelet worden dat de vitamine in de MK7-vorm aanwezig is. Het cis-aandeel moet idealiter laag zijn, bij voorkeur gaat het om een all-trans-preparaat. Dit kan het lichaam het gemakkelijkst opnemen.
Vitamine K2 is vaak in combinatie met vitamine D verkrijgbaar, omdat beide vitalstoffen synergetisch werken. Vitamine D bevordert onder andere de opname van calcium uit de voeding, terwijl vitamine K2 ervoor zorgt dat dit calcium in de botten terechtkomt en niet de aderen verhardt.
Vitamine K is verkrijgbaar als voedingssupplement in verschillende toedieningsvormen. De vitalstof is onder andere beschikbaar als capsule, in druppels of in poedervorm.
Druppels zijn de ideale variant voor kinderen en jongeren. Ze zijn eenvoudig te doseren en snel door te slikken. Ook volwassenen die geen capsules willen slikken, kunnen op deze variant terugvallen. Een voordeel van de druppels is dat ze doorgaans olie bevatten. Zo kan de vetoplosbare vitamine in de darm beter worden opgenomen.
Ook capsules zijn goed geschikt voor de vitaminevoorziening. Ze bevatten een gestandaardiseerde hoeveelheid vitamine K en kunnen daardoor veilig gedoseerd worden. Om de opname te verbeteren, kan de capsule met een theelepel olie ingenomen worden.
In de aanbevolen dosering heeft vitamine K gewoonlijk geen bijwerkingen. De Food and Nutritional Board (FNB) in de VS heeft geen bovengrenzen voor vitamine K vastgesteld vanwege het lage toxiciteitspotentieel . In zijn rapport stelde de FNB vast dat er geen bijwerkingen in verband met de inname van vitamine K in de vorm van voedsel of voedingssupplementen bij mensen of dieren zijn gerapporteerd.
Bij pasgeborenen kan een overdosis een afbraak van rode bloedcellen (hemolyse) veroorzaken. Bij volwassenen zijn er zelfs bij een hogere dosering geen negatieve effecten waargenomen.
Er zijn interacties met verschillende geneesmiddelen
Aanbevolen producten