In het menselijke lichaam zijn er zure en basische omgevingen die belangrijke functies vervullen. In de zure gebieden vinden spijsverteringsprocessen plaats in de maag en de dikke darm. De bloedsomloop en de dunne darm werken met een basische pH-waarde.
Met buffersystemen zorgt het lichaam ervoor dat de zuur-basebalans behouden blijft en dat er geen verzuring optreedt. Overtollig zuur wordt via de nieren, longen en darmen uitgescheiden.
Onze voeding levert naast koolhydraten, eiwitten en vetten ook mineralen als voedingsstof-bouwstenen. Sommige mineralen fungeren bij de processen waaraan ze in het lichaam deelnemen, als zuurvormend. Andere daarentegen vormen basen.
Tot de zuurvormende mineralen behoren fosfor, jodium en zwavel. Basenbildend zijn bijvoorbeeld kalium, natrium, magnesium, ijzer en calcium. Het lichaam heeft zowel zuur- als basevormende mineralen nodig voor de verschillende levensbelangrijke processen die in het menselijk organisme plaatsvinden.
Een grondprobleem van onze moderne levensstijl is echter dat onze voeding niet voldoet aan de behoefte van het lichaam aan basen- en zuurvormende mineralen. Zo komt er in het menselijk lichaam ongeveer twee keer zoveel calcium voor als fosfor.
Deze verhoudingen zouden ook zichtbaar moeten zijn bij de opname van deze mineralen via de voeding. In plaats daarvan vindt er een omkering plaats. Via granen en zuivelproducten, evenals de overvloedige consumptie van vlees, vindt er een overvoorziening met fosfor plaats.
Hetzelfde onevenwicht geldt voor andere mineralen. De meeste mensen consumeren te veel zuurvormende mineralen met hun voeding. Leveranciers van deze mineralen zijn bijvoorbeeld vlees, vis, zuivelproducten, eiwitten, deegwaren, vetten en suiker.
Basenproducerende mineralen komen voor in voedingsmiddelen zoals groenten, aardappelen en fruit. Ze worden in te kleine hoeveelheden geconsumeerd.
Om de overtollige zuur in het lichaam te compenseren, moeten de buffersystemen nieren, longen en darmen op volle toeren draaien en worden ze zwaar belast. Bovendien worden basische mineralen, bijvoorbeeld calcium uit de botten, aan de zuren gebonden om ze te neutraliseren.
Er ontstaan zouten, ook wel slakken genoemd, die op verschillende plaatsen in het lichaam worden opgeslagen. Dit leidt tot ophopingen in het bindweefsel en in de gewrichten. Er kunnen nier- of galstenen ontstaan.
Omdat de mineralen die nodig zijn om verzuring tegen te gaan, zijn verbruikt, ontbreken ze op andere plaatsen. Een tekort aan mineralen kan leiden tot vermoeidheid en lusteloosheid. Het afbreken van botweefsel bedreigt de stabiliteit van het skelet. Er kunnen spierverhardingen optreden als gevolg van zuurafzettingen.
Als een latente verzuring jarenlang aanhoudt, wordt deze chronisch. Omdat het lichaam het zuur-base-evenwicht steeds weer moet herstellen door verhoogde activiteit van de longen, darmen en nieren en de mineralenreserves moet aanspreken, kunnen stofwisselingsziekten en andere aandoeningen ontstaan of kan de genezing vertraagd worden.
Verzuring kan diabetes, galstenen, jicht, hart- en vaatziekten, brandend maagzuur en maagzweren, osteoporose en vele andere aandoeningen veroorzaken of verergeren. Wanneer een van de genoemde ziekten wordt gediagnosticeerd, vindt er doorgaans een gerichte behandeling plaats.
Slechts een paar artsen gaan de oorzaak na en voeren een bepaling van de zuur-basebalans uit. Het herkennen van een verzuring en de behandeling door ontzurening kunnen de genezing versnellen en terugvallen voorkomen.
Een verzuring bouwt zich op over jaren en vaak decennia. De beginnende verzuring is aanvankelijk niet merkbaar. Wanneer de eerste klachten zoals brandend maagzuur of maagklachten optreden, moet de behandelende arts controleren of er sprake is van verzuring. Het vaststellen van een verzuring is heel eenvoudig.
Met pH-teststrips wordt drie keer per dag de pH-waarde van de urine bepaald. Bij een patiënt met een evenwichtige zuur-basebalans meet men in de ochtendurine een pH-waarde tussen 6,5 en 6,8, 's middags zou de waarde bij neutrale 7,0 moeten liggen en 's avonds licht basisch boven 7,0.
Personen met waarden die verder in het zure gebied liggen, zouden een ontzuringskuur moeten ondergaan. De teststrips worden ook tijdens de ontzuringskuur gebruikt voor succescontrole.
Met een uitgebreid ontzuuringsprogramma kunnen zuren die in de huidige stofwisseling ontstaan, worden afgevoerd. Ook opgeslagen slakken worden geleidelijk opgelost en uit het lichaam gespoeld.
Tijdens de ontzuringskuur wordt een dieet gevolgd met uitsluitend basische voedingsmiddelen. De afvoer van zuren via de longen, huid en spijsverteringskanaal wordt ondersteund door veel beweging en voldoende drinken.
Daarnaast kunnen basische baden een afvoer van zuren via de huid bevorderen. Essentieel belangrijk is de voorziening van het lichaam met basische mineralen. Professionele begeleiding bij ontzuringsprocessen wordt aangeboden door artsen en voedingsdeskundigen.
Voedingssupplementen zoals Basenpoeder of Koraalcalcium kunnen het lichaam belangrijke basische mineralen en sporenelementen leveren en zo helpen een zuuroverschot in balans te brengen en de mineralenvoorraden in botten en elders weer aan te vullen.
Dergelijke preparaten ondersteunen de ontzuringsprocessen. Een fundamentele verandering in het dieet, tot aan een basisrijk voedingsplan, zou parallel moeten plaatsvinden.