In tegenstelling tot andere sporenelementen wordt chroom slechts in zeer kleine hoeveelheden nodig. Toch is het een essentieel sporenelement en belangrijk voor de opname van glucose in de cellen, evenals voor een stabiele bloedsuikerspiegel.
Chrom ondersteunt de koolhydraatstofwisseling en de werking van insuline als bloedsuikerverlager. Het speelt ook een belangrijke rol bij de productie van lichaamseigen eiwitten en bij de functie van de schildklier.
Chrom is in het menselijk lichaam vooral aanwezig in de lever en milt, in de botten, in het vetweefsel en in de spieren, waarbij de concentratie gestaag afneemt naarmate men ouder wordt.
Tatsächlich bevat het menselijke organisme slechts een zeer kleine hoeveelheid chroom. Het is een essentieel spoorelement dat betrokken is bij de koolhydraatstofwisseling en de regulatie van de bloedsuiker- en cholesterolspiegels.
Het verbetert de insulineffectiviteit doordat chroom het vermogen van de cellen om glucose op te nemen, versterkt. Chroom reguleert in de celstofwisseling de vorming van ribonucleïnezuur en is daarnaast noodzakelijk voor de opname van bepaalde aminozuren in het hartweefsel.
Vooral zwarte peper en biergist zijn hoogwaardige leveranciers van chroom. Chroom is ook te vinden in volkorenproducten en in vlees, zoals orgaanvlees en spiervlees, evenals in schaaldieren.
Men vindt het ook in paddenstoelen, kaas, peulvruchten, tarwekiemen, rode bessen, veenbessen en tropisch fruit, maar ook in zemelen en noten, evenals in chocolade en rauwe onbewerkte suiker.
Bij chroom is het belangrijk om te letten op een voldoende inname via de voeding. Bij het innemen van chroom met behulp van voedingssupplementen is het belangrijk om op de juiste dosering te letten.
Anzeichen voor een mogelijke chroomtekort zijn:
In het algemeen komt een chroomtekort bij gezonde mensen die zich evenwichtig en gezond voeden, niet voor. De chroombehoefte van jongeren en volwassenen bedraagt 30 tot 100 microgram per dag. Een haaranalyse kan inzicht geven in een tekort of overschot van dit en andere sporenelementen.